Speech minister De Jonge bij NOVI conferentie op 10 mei

10-05-2023
1410 keer bekeken

'Gesproken woord telt'.

Als je cirkel om NL zou trekken en daar het middelpunt van neemt, kom je uit in Barneveld. Ik kreeg bij dit gegeven associatie met een fragment uit een documentaire dat ik u wil tonen. 
Weest u niet ongerust: Ik ga u uitgebreid vertellen over de nieuwe Nota Ruimte waar ik aan werk,…over waarom de grote transitievraagstukken van het moment vragen om een andere aanpak, … en over waarom we daarom de nationale regie weer hernemen op de Ruimtelijke Ordening van Nederland …. 

Ik ga u ook uitgebreid spreken over de overkoepelende visie van de nieuwe Nota Ruimte, “Heel Nederland”, die zowel een ruimtelijke als een maatschappelijke component heeft ...Ik ga u ook vertellen waarom ik u bij dit alles zo hard nodig heb…. 
Maar met uw goednemen wil ik u eerst dit fragment uit de documentaire ‘Powers of Ten’ tonen. Die is gebaseerd op een simpel idee… We zien een man en een vrouw onbezorgd picknicken in een park en elke paar seconden wordt er een 0 toegevoegd aan de afstand tot dit tafereeltje. 
 … Ja, je voelt je even André Kuipers. Als een astronaut gevraagd wordt ‘wat doet dat met je als je de aarde van zo ver ziet?’, dan volgt meestal iets van ontroering over de kwetsbaarheid van die blauwe planeet in die oneindige ruimte. 
Je verwacht dat astronauten die aarde en het leven daarop relativeren, maar daarvan is meestal geen sprake; integendeel, dat leven wordt juist als kostbaar gezien. 
Maar goed, laten we Kuipers en consorten even laten voor wat ze zijn en ons hier, in het nuchtere Barneveld, richten op de meer aardse zaken, de zaken zo ergens tussen 10 tot de vierde macht en het stelletje in het park. Zo ergens tussen Nederland en de Nederlander.
Laten we beginnen met tien tot de vierde macht. Ons land van 10 km afstand. De contouren van Nederland. De heldere kustlijnen. De kleine stippeleilandjes bovenin, die de ronding van het noordelijke deel van het land zo mooi volgen … Als je de schakeringen van ons polderlandschap van boven ziet, ligt ons land erbij als een schilderij van Mondriaan…
 
Dat ons land er zo bij ligt, is geen toeval natuurlijk. Ruimtelijke Ordening is onze nationale trots. We zijn het voorbeeld van onze scheppingsdrift. Van vertrouwen in de maakbaarheid van ons landschap.
Zee en rivieren vormden weliswaar de eerste contouren van ons land - ‘de breede rivieren die traag door oneindig laagland’ gaan. Maar mensenhanden namen dat over. We legden meren droog. Maakten land aan. En dat leidde tot Nederland. 
Een land gecreëerd in de monding van machtige rivieren. Een land dat nu voor de helft onder de zeespiegel ligt.  Waar de bevolkingsdichtheid een van de hoogste ter wereld is. Een land met veel stedelijk gebied. Maar met het groen altijd nabij. Met karakteristiek platteland dat wereldwijd wordt herkend; met de koe in de wei, bollenvelden en weidse vergezichten – vastgelegd door onze vermaarde Hollandsche Meesters.
Een land van nog geen 41.850 km2 met een grote diversiteit aan landschappen. Buitengewoon mooi en geregeld land. Waar alles op zijn plaats ligt, overzichtelijk en bereikbaar is. 

Het enige probleem met dit kleine landje is dat het niet groter wordt. En dat terwijl het hier alleen maar drukker en voller zal worden, en alle transities waar we middenin zitten ook nog eens om meer en ander ruimtegebruik zullen vragen. Denk aan: 
De 900.000 woningen tot en met 2030, en nog heel veel meer tot 2040.
De natuur. De noodzaak om biodiversiteit te versterken zal niet minder maar juist meer ruimte vergen. 
De landbouw. Duurzame landbouw vraagt echt om meer ruimte dan de huidige landbouw en om anders omgaan met water- en bodemsysteem. 
Een toekomstige circulaire economie zal niet alleen om extra ruimte vragen, maar ook om een ander gebruik van de ruimte.  

De transitie van fossiel naar duurzaam zal om meer ruimte vragen. Vraagt om totaal nieuwe netwerken voor energieopwekking en –opslag. 
Extremer weer – wateroverlast afgewisseld met droogte – noodzaakt tot robuustere bodem- en watersystemen met ruimte voor waterberging.  
En daarbij willen ook ruimte behouden voor ons cultureel erfgoed… Met andere woorden: dat Nederland herkenbaar blijft.

Met al die ruimteclaims en transities hebben we te dealen binnen een reeks contextfactoren- duiden als dat de dingen die ons overkomen, het grotere plaatje waarbinnen Nederland opereert, zo je wilt. 
Ten eerste: De demografie. Heel bepalend. We zullen demografie veel meer in het hart van het beleid moeten brengen. Volgend jaar tikken we de 18 miljoen mensen aan, maar 10 jaar later alweer een miljoen meer.
Tegelijk verdubbelt de komende 20 jaar het aantal 75-plussers, het aantal 90-plussers verdrievoudigt en het aantal 100-plussers verviervoudigt. Dat het drukker en grijzer wordt, gaat een enorme impact hebben. 

Ten tweede: De planetaire grenzen waarop we stuiten. We zijn natuurlijk op alle fronten de planetaire grenzen aan het overschrijden. De stijging van de zeespiegel versnelt. Op veel plekken daalt de bodem. Biodiversiteit neemt af. We maken meer gebruik van grondstoffen dan de aarde ons kan geven. We stoten meer CO2 uit dan goed voor ons is
“Na ons de zondvloed” mag nooit onze houding zijn, maar we lijken hem toch wel over onszelf aan het afroepen. 

Ten derde: De sociaal-culturele verschillen in ons land. Voor een klein land heel groot. Zien die heel goed tot uiting komen in de Atlas van Afgehaakt Nederland van auteurs René Cuperus en Josse de Voogd.
Grote verschillen bestaan tussen mensen, regio’s, gemeenten en wijken in Nederland. Regionale verschillen als zodanig zijn geen probleem, als het gaat om regionale gewoonten, eigenheid en tradities. Maar wel als verschillen zich uiten in kansen, in perspectief en in toegang tot bestuurlijke vertegenwoordiging. Als de lusten en lasten van economische ontwikkeling en grote transities niet gelijk zijn verdeeld, dan roept dat begrijpelijk weerstand op. 

Ten vierde: onze gebondenheid aan internationale, grotere verbanden    
De coronacrisis, de energiecrisis en alle geopolitieke spanningen maken duidelijk dat we werk moeten maken van strategische autonomie. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we in toenemende mate voor onze bescherming en daarmee onze strategische autonomie afhankelijk zijn van Europa. Zo ook van internationale wet- en regelgeving. Dat is de context waarbinnen we ons werk doen.
Al die ruimteclaims en die grote transities vragen meer ruimte én om verandering van de manier waarop we onze ruimte gebruiken. Het vraagt om Ruimtelijke Ordening. Om regie. Om nationale regie. 

Waarom dat moet, is omdat we:…ten eerste, onze ruimte eerlijk willen verdelen. Niet het recht van de sterkste maar de sterkte van wat recht – van wat rechtvaardig is – moet bepalend zijn. Dat moet onze basis zijn. 
…ten tweede, willen we dat de keuzes van nu niet ten koste gaan van toekomstige generaties. Rentmeesterschap heet dat. We hebben de aarde in feite van onze kinderen en kleinkinderen te leen. 
…ten derde: omdat we willen beschermen wat van waarde is. 
…en daaruit voortvloeiend een vierde: het versterken van wat sterker moet worden, gebieden waar kansen onvoldoende worden benut of aangegrepen, versterken. Dat is ook echt een RO-taak.  

Stel dat we dit alles niet doen, dan geldt in de ruimte “wie het eerst komt, wie het eerst maalt”, het recht van de sterkste en dan geldt dat al die dingen die wij van waarde vinden voor toekomstige generaties misschien wel verloren gaan. 
Het moge helder zijn dat hierom die nieuwe Nota Ruimte nodig is.
Niet zo makkelijk om te zeggen of dit nu de vijfde nota wordt, of de zesde, of de zevende, of de achtste, vanwege alle tussenproducten die er zijn geweest die wel het karakter hadden van een nota ruimte maar het ook weer niet echt waren. Kortom: laten we het gewoon de nieuwe Nota Ruimte noemen. 
We hadden in ieder geval al de NOVI, de Nationale Omgevingsvisie. 
Die is nog geen drie jaar geleden vastgesteld. Dat was inhoudelijk best een goed stuk. Een eerste noodzakelijke stap. 

Maar er miste ook het nodige. We misten een duidelijke visie. We misten scherpere keuzes. Welke kant we als land op willen. We misten ook de instrumenten om ook daadwerkelijk te kunnen sturen op die keuzes.  Terwijl die juist een onontbeerlijke steun in de rug zijn van decentrale overheden om hun werk goed te kunnen doen. 
Kortom: We misten nog een hoofdstuk. Namelijk het ‘hoe dan’. Hoe gaan we het doen en hoe pakken we de regie als Rijk? 


Daarom een nieuwe Nota Ruimte. 
De reikwijdte van deze Nota zal in alle opzichten breder, groter, ingrijpender zijn dan voorheen. Itt vroegere nota’s zal het nu ook gaan over thema’s als landbouw, natuur en energie en – geografisch gezien – ook veel meer over het oosten, noorden en zuiden van het land.  
DAAROM is de kern van die nieuwe Nota Ruimte: Heel Nederland.
Heel Nederland, omdat we heel Nederland moeten benutten om alle ruimtevragen en transities een plek te kunnen bieden. 
Heel Nederland, omdat we heel Nederland perspectief willen bieden, moeten betrekken bij de afwegingen die we te maken hebben rond de grote transities.  
En Heel Nederland, omdat het ook iets imperatiefs heeft, Nederland moeten willen helen. 


Het past niet om met zijn allen op kluitje in Randstad blijven wonen: te duur, te druk. We kunnen naar toekomst niet veroorloven om blijven bouwen op moeilijke bodems in W, en in gebieden waar ruimte nodig moet voor water. DAAROM; steven wenden naar O, N en Z vh land. 
Onze investeringen afgelopen decennia beland in Ruit van Alkemade. Op plekken waar andere investeringen ook al had gedaan. We maakten sterker wat sterk is. DAARMEE niet alle regio’s evenveel kunnen meeprofiteren van investeringen en kansen in andere delen vh land te weinig benut. Doorgeslagen in MKBA-fetisjisme. Niet recht gedaan aan kansen die regio’s zouden kunnen bieden. Niet kwestie v eerlijk delen. 
Mede daardoor kent nieuwe Nota Ruimte inzet op “Heel NL”. Omdat we ruimte van heel NL nodig hebben, perspectief willen bieden aan alle regio’s, kansen en talent willen benutten. EN bijdrage leveren aan verkleinen vd kloof tussen Den Haag en de rest vh. 
Er is meer dat telt dan alleen economisch belang. Er is meer dat telt dan alleen efficiency en doelmatigheid. Het gaat niet alleen om sterk maken wat sterk is, maar ook over sterk maken wat sterk moet zijn. 

In de Nota Ruimte gaat het niet alleen om 2030. Om goed de toekomst in te gaan moet je je koplampen altijd hoger willen, richting 2050/ 2100. Daarom: Stel-dat verkenningen. 
Klimaatverandering. Stel dat we ons tot 2100 hebben voor te bereiden op stijging van zeespiegel van 1 m? Hoever kun je water inlaten? Hoeveel kun je meebewegen? Kustlijn versterken? Binnenslands meer verdediging aanbrengen? Of dient zich een moment aan dat we toe moeten naar een nieuwe kustlijn?
Landbouw. Stel dat we accepteren dat er een grens zit aan naar onze hand zetten van water en bodems - dat het water meer de ruimte moet krijgen, dat je op de ene bodem wel en op andere bodem niet kunt (ver)bouwen. Vraag: Hoe houden we voedselvoorziening op orde? Welk perspectief ligt er voor de landbouw? Welke nieuwe verdienmodellen? 
Demografie. Stel dat we richting 2050 naar 20 mln Nederlanders gaan? EN: Stel dat we groei vd bevolking opvangen in het Z, O en N van NL? Op zo’n manier met voorzieningen, goede bereikbaarheid en het groen overal dichtbij? Wat is er dan nodig om dit mogelijk te maken? 

Laten we verder inzoomen. Tien tot de derde macht. Ons land van 1 km afstand. Het provincieniveau.
We hebben in ons land 12 provincies. Stuk voor stuk provincies die verschillen in karakter, opgaven en grootte maar één ding gemeen hebben: ze staan allemaal aan de lat om mee te denken en te doen aan al die grote opgaven en transities in ons kleine landje. 
Waar waarheden als de energievoorziening van de toekomst, klimaatadaptatie, demografie op nationaal niveau echter nog abstracties zijn, daar krijgen ze hier – in de provincie, in de regio - ineens een directe en concrete betekenis. WANT, ja: Waar gaan we energie opwekken, bouw je die woningen, laat je water de ruimte? 
Als jullie nog eens naar het beeld achter me kijken, dan zou je kunnen stellen: Nederland is vol. Vol met mensen. Dieren. Wegen. Huizen. 
Een Nederland met duurzame energievoorziening, met circulaire economie en landbouw, met 20 mln mensen is echt ander NL dan het Nederland van 2023. Daar komen we niet met een beetje finetunen. 

De Tilburgse praktijkhoogleraar Joks Janssen trekt terecht een parallel met de wederopbouwperiode van na de WOII. Ook toen doordachten we opnieuw hoe het land eruit moest komen te zien. 
Met één verschil: Nederland is nu geen tabula rasa, geen leeg vel, maar een tabula scripta – een volledig ingericht en bestemd land, waar iedere vierkante meter van het land in gebruik is. 
We staan met andere woorden voor een ‘wederombouw’, zoals Joks Janssen het noemt. Het bestaande is veel bepalender voor onze plannen dan toen. Werkend aan het nieuwe hoofdstuk van ons land beginnen we dus niet op een nieuwe bladzijde, maar op een volgeschreven blad.
Hier zijn we nu. Werkend aan die nieuwe bladzijde op dat volgeschreven blad. Wat kan waar? Wat kan niet?


Op dit moment al op drie manieren bezig met laden van die nieuwe nota Ruimte. 
Eerste bouwsteen is de nationale programma’s. We brengen landelijk in beeld wat ruimtelijke verlangens zijn rond duurzame energie, perspectief landbouw, woningen, natuur die ingepast worden. 
Tweede bouwsteen is programma NOVEX: U/ provincies bent druk met de ruimtelijke voorstellen en de 16 NOVEX-gebieden. In oktober moet dat puzzelen hebben geleid tot 12 ruimtelijke voorstellen, op grond waarvan Rijk en provincie afspraken maken hoe die ruimtelijke voorstellen waar te maken – de ruimtelijke arrangementen.  
Derde bouwsteen is programma Mooi NL: waarin we gaan verbeelden hoe ziet NL eruit in 2030/2050/ 2100. In kaartbeelden, maar ook proberen concreter te worden op wat zouden concrete handelingsperspectieven zijn/ hoe je in concrete situaties functiecombinaties mogelijk kunt maken. Bv. naoorlogse wijken verdichten, biobased bouwen, zon. 

Na de zomer wil ik in ieder geval met een notitie komen met daarin de contouren van die nieuwe Nota Ruimte. Die ga ik met u op verschillende momenten nog bepraten en opbouwen. Daarna werken we toe naar een ontwerp Nota Ruimte. Deze bevat een aantal belangrijke elementen.
Ten eerste: een visie met duidelijk uitgangspunten. Het concept van Heel NL-verhaal met doorkijk naar 2100. Met aantal scherpe keuzes.
Ten tweede: ruimtelijke hoofdstructuur op basis van deze keuzes. Deze hoofdstructuren – landbouw, energie, natuur -  brengen we bij elkaar in nationale hoofdstructuur. Dit is spannend moment waarop het schuurt. 
Ten derde: een beleidsagenda. We hebben natuurlijk meer informatie over zeespiegelstijging bv nodig om later pas de keuze te maken over hoe de Randstad droog te houden. 
En ten vierde: de uitvoering. Hoe gaan we dit alles realiseren? De notitie zal overzicht omvatten van alle bestaande/nieuwe programma’s waarin we als Rijk met andere overheden de nota verder uitwerken. Hierin komt ook terug wat nodig is aan wettelijke instrumenten, afspraken en samenwerkingsverbanden. Daar hoort ook monitoring en evaluatie bij.

Laten we verder inzoomen. Tien tot de tweede macht. Ons land van 100 meter afstand. Het wijkniveau. Een broedplaats voor burgerschap. Voor publiek debat en afweging. 
De Ruimtelijke Ordening komt dichterbij de gewone burger. Het kon lang nog een speelterrein zijn van professionals die hun gang konden gaan. Nu komen ze bij de achtertuinen van ons allemaal. Opvallend veel hete politieke thema’s hebben een ruimtelijke transitiecomponent. VB. stikstof/ boer, of: de  gewone burger die de verdichtingsplannen in de wijk ziet en die goedkope parkeerplek verliest.
Op wijkniveau, op vierkante km krijgt samenleving vorm. Daar gaan onze nationale keuzes vorm krijgen. Daar moeten ze weten in welke film we / ze zitten. Als we daar niet slagen, dan krijgen we weerstand. Die zie je als er woonwijk wordt neergeplempt, of een windmolen. 
Uitleggen waartoe we naar onderweg zijn: dat de kwaliteit van onze directe leefomgeving verslechtert als we niet handelen, dat zekerheden – als energie, voedselvoorziening, water – anders onder druk komen te staan. 

In het domein van de Volksgezondheid speelt zoiets als de preventieparadox. Bij transities speelt iets vergelijkbaars. Het moment dat je de transitie eigenlijk zou moeten inzetten, valt op een moment waarop een mens zal denken: “Is het wel echt nodig?” Als we de Club van Rome bijvoorbeeld serieuzer hadden genomen en we vanaf de Derde Nota daadwerkelijk op een consciëntieuze manier waren bezig gegaan met CO2-reductie, dan had toen het draagvlak daarvoor waarschijnlijk buitengewoon gering geweest. En stel dat we er in geslaagd waren, dan hadden we misschien inmiddels gezegd: “Was het nou echt nodig om daar toen zo’n punt van te maken?!” 
Een transitie op tijd inzetten, zorgt ervoor dat maatregelen in rust kunnen worden genomen, minder ingrijpend hoeven te zijn en minder duur hoeven te zijn. Een transitie te laat inzetten, maakt van iedere normale transitie een crisis. En toch: het is niet makkelijk om zo ver vooruit het draagvlak te vinden. Het is heel moeilijk maar we moeten het toch doen, juist omdat die dan minder ingrijpend en minder duur hoeft te zijn.   
Kaartje 18 laatste afdaling + oproep tot aanwezigen
Laten we verder afdalen. Tien tot de 1ste macht. Ons land van 10 m afstand. De Midden Nederland Hallen in Barneveld met 500 mensen.  
Juist mensen als wij – mensen op dagelijkse basis bezig houden met RO – zijn de eersten die over toekomst zullen mogen nadenken. Wij bepalen in niet geringe mate hoe Nederland er in volgende eeuw uitziet. Wij zullen land klaar maken voor toekomst. In nauwe samenwerking. 
Er zijn een hoop somberaars. Het is aan de mensen uit het domein van RO om daar weer hoop tegenover te zetten. De uitdagingen waar we nu voor staan zijn groot. Maar niet grootste, ingewikkeldste waar mensheid ooit voor heeft gestaan. Vgl. wederopbouw, Deltawerken, woningnood. 
Ik heb er vertrouwen in. Niet alleen omdat we voor hetere vuren hebben gestaan of omdat we rijke traditie in RO hebben; ook omdat we diepgewortelde traditie hebben van polderen, compromissen sluiten en samenwerken. Als wij onze schouders eronder zetten - en kleine belangen ondergeschikt maken aan grote gezamenlijke belang - dan kunnen we samenwerken als geen ander. Blijf u inzetten voor uw kleine stukje aarde, op die kwetsbare planeet, in dat oneindige heelal.  
 

Afbeeldingen

Toegevoegde bestanden

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen