Speech minister Hanke Bruins Slot bij in ontvangst nemen rapport Elke regio telt!

27-03-2023
1078 keer bekeken

Spreektekst van minister Hanke Bruins Slot bij in ontvangst nemen rapport Elke regio telt! in Veenhuizen op 27 maart.

Dames en heren,
Allereerst wil ik mevrouw (Jet) Bussemaker, de heer (Han) Polman en de heer (Jan Jaap) De Graeff bedanken voor hun harde werk.

Het gebeurt niet elke dag dat drie gezaghebbende instituten – de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur – de krachten bundelen. Het resultaat is een gedegen analyse van een hoogst actueel onderwerp: regionale verschillen in welvaart en welzijn en de rol die de overheid daarbij speelt. Met een titel die uw en mijn inzet bondig samenvat: elke regio telt. Eerder deze maand hebben we bij de verkiezingen het signaal uit de samenleving kunnen horen: veel mensen vinden dat de overheid onvoldoende naar hen luistert en twijfelen aan haar vermogen om de grote uitdagingen van onze tijd aan te pakken. We mogen niet doof zijn voor dit signaal, dat tegelijk de vitaliteit van onze democratie laat zien.

Uw rapport voegt niet alleen een grondige analyse toe, maar komt ook met oplossingen en een oproep tot actie. U constateert grote, groeiende en onwenselijke regionale verschillen in welvaart en welzijn, die het kabinet moet tegengaan. Maar het compenseren van achterstanden alleen vindt u onvoldoende. U roept op om overal in Nederland te investeren in regionale ontwikkeling, op de lange termijn.

Daarnaast moet het kabinet volgens u bij beleidskeuzes niet alleen nadruk leggen op het economisch rendement, maar veel meer aandacht schenken aan de gevolgen voor de samenleving en de leefomgeving, in alle regio’s van Nederland.

Tijdens de vele gesprekken die ik overal in Nederland voer, ervaar ik steeds weer de kracht en eigenheid van de regio’s. Van Noardwest Fryslân tot Zeeuws-Vlaanderen. Van Zuid-Limburg tot de Achterhoek. De meeste mensen zijn trots op het gebied waar ze wonen, voelen zich er mee verbonden en leven er graag. Maar deze gemeenschapszin en verbondenheid staan onder druk. Ik zie het met eigen ogen gebeuren, ook hier in de regio. Ik kom hier vaak en heb op nog geen uur rijden ten noorden van hier een deel van mijn jeugd doorgebracht. Ik zie hoe in sommige dorpen de winkels sluiten, het enige bankfiliaal is opgeheven, de huisarts verdwijnt en je nergens meer een brief kunt posten. Dit beschadigt het gemeenschapsleven en de leefbaarheid van dorpen, buurten en gemeenschappen.

De vraag is, ook in uw rapport, of we ons vooral moeten laten leiden door de economie, of ook naar welvaart en welzijn moeten kijken. Naar alles wat onze samenleving bindt en wat mensen waardevol vinden. Zoals gezondheid, sociale verbondenheid en veiligheid. Naar wat we ook wel ‘brede welvaart’ noemen. Ik denk dat we als samenleving in een overgangsperiode verkeren. Dat we onderweg zijn naar een andere manier van denken en werken. Dat de oude vooronderstellingen niet meer kloppen.

Ja, Nederland is welvarender geworden.
Ja, Nederland doet het economisch goed.
En ja, we zijn op papier misschien wel het meest gelukkige volk van de wereld.

Maar ondertussen woedt er ook een veenbrand, zoals SER-voorzitter Kim Putters eerder vaststelde. Hij waarschuwde dat de sociale scheidslijnen in de maatschappij zijn verdiept. De scheidslijnen tussen mensen die het geld, de kennis en de invloed hebben om zichzelf te redden. En al diegenen die dat zonder steun van de overheid niet voor elkaar krijgen.
Deze groeiende verschillen in welvaart en welzijn, samen met het afnemende vertrouwen in overheid en politiek, stemmen mij tot grote zorg.

Minstens zo zorgwekkend is uw constatering dat de Rijksoverheid niet de juiste keuzes maakt. Dat investeringen vanuit het Rijk vooral de gebieden ten goede komen waar volop kansen liggen. Dat we vooral krachtiger maken wat al krachtig is. En dat sterkere regio’s niet - zoals we hoopten - de regio’s met achterstanden mee omhoog trekken.

We kunnen er niet omheen. De problemen die u schetst, vragen om actie. Actie van het hele kabinet, omdat uw analyse vele beleidsterreinen raakt. Daarom komen we nog voor de zomer met een brede kabinetsreactie.

Toch wil ik alvast iets zeggen over de aanpak van deze problemen. Het eerlijke verhaal is dat ik hier geen luchtkastelen wil bouwen. Ik denk dat we als overheid niet meer moeten beloven dan we waar kunnen maken. Juist onrealistische en onvervulde beloften vergroten het wantrouwen en de teleurstelling in overheid en politiek.

Onze opgave is niet gemakkelijk. De overheid is een mammoettanker die langzaam van koers verandert. Het goede nieuws is dat we die koers wel hebben ingezet.
Ik geef drie voorbeelden van belangrijke stappen die we hebben gezet of willen zetten.
De eerste stap is het streven naar een door waarden gedreven overheid. Uw oproep sluit nauw aan bij de belangrijke opdracht die ik zie voor het kabinet, en voor mezelf als minister. En dat is het herstel van de verbinding tussen overheid en samenleving.

Dit vraagt om een overheid die zich laat leiden door publieke waarden als dienstbaarheid, responsiviteit en rechtvaardigheid. Een overheid die mensen niet ziet als klant of kostenpost, maar zich in hen verplaatst, dichtbij hen staat en naar hen luistert.
Te lang domineerde bij de overheid de filosofie van het New Public Management. Die wordt vooral gekenmerkt door efficiency en doelmatigheid, met zware boetes op kleine fouten en een computer die zogenaamd altijd gelijk heeft. Deze eenzijdige nadruk op efficiency en doelmatigheid is een belangrijke oorzaak van de verschraling van de leefbaarheid en gemeenschapszin, waar ik eerder over sprak.

Om dit proces te keren, werkt het kabinet hard aan de ontwikkeling van regio’s, ook van de gebieden die achterop dreigen te raken. Met de Regio Deals investeren we 900 miljoen in de leefbaarheid en brede welvaart van de Nederlandse regio’s. Dit is de tweede stap die we hebben gezet om de problemen die u noemt aan te pakken. Dit doen we door gebruik te maken van de kennis en kunde van de mensen in de regio zelf. Want elke regio is uniek en kent zelf haar eigen kansen en uitdagingen het beste. De Regio Deals maken regio’s leefbaarder, verbeteren de gezondheid van mensen en zorgen ervoor dat opleidingen beter aansluiten bij de arbeidsmarkt.

Zo helpt de Regio Deal Parkstad Limburg ruim 2.000 schoolkinderen gezonder te eten en meer te bewegen. De Regio Deal Oost-Groningen zet op zijn beurt bespaarcoaches in, zodat huishoudens met weinig middelen toch hun woningen kunnen verduurzamen.
En in de kop van Noord-Holland stimuleert de Regio Deal dat meer jongeren een technische opleiding volgen om zo aan de slag te kunnen in de technische, maritieme en energiesector.

In uw rapport noemt u de impulsen waar de Regio Deals voor zorgen waardevol, maar vindt u tegelijk de looptijd te kort om blijvend effect te hebben. Wij zien dat de Regio Deals wel degelijk structurele effecten hebben en ervoor zorgen dat de samenwerking binnen een regio, en tussen de regio’s en het Rijk, aan kracht wint. Maar er is ook ruimte voor verbetering. Daarom zeg ik u hier toe dat we gaan onderzoeken hoe we, in de regio’s waar dat nodig is, toe kunnen werken naar een meer structurele samenwerking tussen het Rijk en de inwoners in de regio.

De relatie tussen Rijk en regio vraagt ook om een overheid die nabij is. Het herstel van verbinding met de samenleving is soms een letterlijke kwestie.

U stelt vast dat de landelijke overheid een terugtrekkende beweging in de regio heeft gemaakt. Zij is steeds meer op afstand komen te staan door bijvoorbeeld regionale kantoren van de Belastingdienst te sluiten. Zo is de landelijke overheid voor een groot deel haar voelsprieten in de regio kwijtgeraakt en voelt Den Haag voor veel mensen steeds verder weg. Dit brengt mij bij de derde en laatste stap waarmee we de regionale verschillen in brede welvaart kunnen verkleinen. En dat is een betere spreiding over het land van de rijksdiensten en de werkgelegenheid die daarbij hoort.

Ik wil hier wel realistisch zijn. De spreiding van de Rijksoverheid zal er van vandaag op morgen niet ineens heel anders uitzien. Bovendien heb ik op dit moment als minister van BZK een begrensde adviesrol over de spreiding van de rijksdiensten, die onder de verantwoordelijkheid van mijn collega-bewindspersonen vallen. Deze ambitie vereist overleg met de regio’s, in het kabinet en tussen verschillende departementen.
Toch vind ik dit een belangrijk punt. De huidige verschillen in de verdeling van rijksdiensten en rijkswerkgelegenheid vloeien voort uit keuzes die in het verleden zijn gemaakt. Daarom wil ik, als we bestaande rijksdiensten uitbreiden of nieuwe rijksdiensten in de toekomst huisvesting zoeken, kijken naar de mogelijkheden buiten de Randstad. Want werken voor de rijksoverheid betekent niet per se: werken in de Randstad.

Ik denk dat meerdere kleinere veranderingen in werkgelegenheid bij de Rijksoverheid samen een substantieel effect kunnen hebben op een provincie of regio. Bovendien versterkt een overheid die dichtbij is de binding met de mensen in de regio. Daarnaast kan ook het hybride werken, waarbij mensen een deel van de week vanuit huis werken, een impuls geven aan de spreiding van de werkgelegenheid bij de Rijksoverheid. Zo opent later dit jaar in Assen een zogenoemde ‘rijkshub’. In dit kantoor kunnen rijksambtenaren elkaar ontmoeten en met andere partijen afspreken. Op deze manier werken zij voor het Rijk, maar wonen in de regio.

Tot slot.
Ik voel de urgentie van uw rapport. Alleen maar meer van hetzelfde gaat de problemen niet oplossen. Het moet anders, en beter. Daarom moeten we nadenken over de keuzes die we maken in ons beleid en onze investeringen. Met oog voor de consequenties die onze keuzes in elke regio hebben. Dit moeten we niet in ons eentje in Den Haag doen, maar in het hele land, samen met u.

Want het gaat hier om de toekomst van deze gebieden en de mensen die er wonen. Om de gemeenschapszin en de leefbaarheid die onder druk staan. Om de afstand die mensen voelen tot Den Haag. Hier ligt een opdracht voor het kabinet en voor ons allemaal. Ik nodig iedereen uit om deze handschoen op te pakken.

Omdat elke regio telt.

Omdat het pas goed met Nederland gaat, als het overal in Nederland goed gaat.

Dank u wel.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen