Speech: Wijs naar de Wet

23-03-2023
3586 keer bekeken

Dames en heren, Veel dank aan de heer (René) Paas, de heer (Paul) van Tongeren en de heer (Reinier) van Zutphen voor hun inspirerende, maar ook indringende verhalen. Vandaag wil ik graag reageren op deze drie mensen, die elk op hun eigen manier reflecteren op het handelen van de overheid.

Dit doen zij vanuit grote betrokkenheid bij de samenleving. Betrokkenheid bij de manier waarop wij als overheid omgaan met de inwoners van ons land.

Sprekend als minister in deze provincie voel ik ook een zeker ongemak. Want hier in Groningen heeft de overheid gefaald. Hier heeft de overheid de Groningers, die op haar vertrouwden, in de steek gelaten. Hier waren de woorden van de overheid te vaak niet in overeenstemming met haar daden. We hoorden er de heer Paas en de heer Van Zutphen al over spreken.

Een falende overheid en een verlies aan vertrouwen in de overheid zagen we ook terug bij de Toeslagenaffaire. Een affaire die met recht ‘een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Nederlandse overheid’ wordt genoemd.

Dit ongemak, dit gevoel van falen en de erkenning van de pijnlijke kloof tussen woorden en daden moeten we volmondig erkennen, en niet wegmoffelen. Ze vormen juist een aansporing om het goede te doen en te handelen naar onze diepst gevoelde waarden.

We zijn als overheid druk bezig deze urgente problemen op te lossen. Maar dit is niet voldoende. We moeten ook onze manier van kijken en werken  veranderen, zoals de heer van Tongeren zo treffend beschrijft. Daarom werken we aan een overheid die door waarden is gedreven en dienstbaar is aan de samenleving.

Vorige week zagen we bij de verkiezingen opnieuw hoe veel Nederlanders zich onvoldoende gehoord voelen door de overheid en twijfelen aan haar vermogen om problemen op te lossen.

Het is verheugend dat zoveel mensen hun betrokkenheid tonen bij onze democratie. Tegelijk maakt dit nog eens duidelijk dat het herstel van de verbinding met de samenleving een urgente opdracht is. Een opdracht die raakt aan de kern van onze democratische rechtsstaat, die we samen vormgeven.

Daar wil ik het vandaag met u over hebben. Over de manier waarop wij, samen met 140.000 andere rijksambtenaren, invulling kunnen geven aan de door waarden gedreven overheid. Dit doe ik in het volle besef van uw grote inzet voor de samenleving, elke dag weer. En van het feit dat er veel wél goed gaat.

Mijn verhaal valt uiteen in drie delen. Eerst beantwoord ik de vraag wat een door waarden gedreven overheid precies is. Vervolgens bekijk ik hoe we daar met een andere wijze van werken gestalte aan geven. Ten slotte sta ik stil bij een aantal instrumenten die ons helpen om ons gedrag te veranderen.

Want juist in ons gedrag moet blijken wat onze waarden en democratische principes in de praktijk waard zijn. Dit is wat de heer Van Tongeren volgens mij bedoelt met moraal: het gaat uiteindelijk om ons handelen.

Ik begin met een openingszin. Een openingszin uit een beroemd boek dat ik twee keer heb gelezen, omdat het me zo raakt.

Ik citeer: ‘Iemand moest Josef K. belasterd hebben, want zonder dat hij iets kwaads had gedaan, werd hij op een morgen gearresteerd.’

Velen van u zullen het citaat hebben herkend. Dit is de openingszin van Het proces van Franz Kafka. Het boek verscheen in 1925, maar het gevoel van beklemming dat Kafka oproept is tijdloos.

In het boek wordt de hoofdpersoon - kortweg aangeduid als Josef K. - gearresteerd zonder te weten waarom, vervolgens berecht volgens een absurde logica en uiteindelijk ter dood gebracht.

Natuurlijk is dit fictie. Maar het is ook een hoogst actuele waarschuwing. Kafka laat zien hoe het individu kan worden gemangeld door het systeem. Hoe een overheid zonder redelijkheid en menselijkheid kan veranderen in een bureaucratische staat, die zich laat leiden door kille willekeur.

Met deze waarschuwing keer ik terug naar onze tijd. Te lang domineerde bij de overheid de filosofie van het New Public Management. Dat wordt gekenmerkt door efficiency en doelmatigheid, met zware boetes op kleine fouten en een computer die zogenaamd altijd gelijk heeft.

In plaats daarvan moet de overheid zich laten leiden door publieke waarden. Dit zijn de waarden die vervat zijn in de Grondwet en zo het fundament vormen van onze democratische rechtsstaat. Zij bevatten de basisregels die in Nederland gelden en waar de overheid zich aan moet houden.

Een door waarden gedreven overheid is juist dienstbaar, dichtbij en responsief. Zij luistert naar wat er leeft en zorgt ervoor dat haar signalen bereiken over wat er goed gaat en wat niet. Zij ziet mensen niet als een klant of kostenpost, maar verplaatst zich in mensen en luistert naar hen. Zij geeft mensen een stem bij de ontwikkeling van beleid dat hen direct raakt.

De vraag is hoe we deze door waarden gedreven overheid vorm moeten geven. En vooral hoe we dat samen, als rijksambtenaren, kunnen doen, in verbinding met de samenleving, en de politiek.

Het begint wat mij betreft met aandacht voor morele vraagstukken en ethiek. In de dagelijkse hectiek loopt ieder van ons wel eens rond met twijfel, ongemak of onzekerheid over dingen die op het werk spelen. Over een besluit dat hevig botst met je waarden, een regel die zonder coulance is toegepast of een onveilig werkklimaat.

Daaronder ligt de simpele maar ver strekkende vraag hoe we met elkaar om moeten gaan. Hoe we het goede kunnen doen. Dit is precies waar ethiek over gaat.

Ieder van ons moet zich in vrijheid over zulke vragen kunnen uitspreken. Dit kan in een gesprek met een collega of een leidinggevende. Het kan ook georganiseerd, in een zogeheten socratische dialoog, begeleid door een deskundige.

Het kernteam en netwerk van Dialoog en Ethiek, onder leiding van Erik Pool, begeleidt zulke dialogen op verzoek, binnen de gehele Rijksoverheid. Ook organiseert het kennissessies en trainingen, bijvoorbeeld voor financiële experts die bij de overheid werken.

Het team maakte ook de podcast ‘Hallo Hannah’, waar collega’s vertellen over de morele vraagstukken waar zij tegenaan lopen. Zo spreekt een van hen over een opdracht waar ze moeite mee heeft, omdat die volgens haar indruist tegen de Grondwet.

Het in vrijheid uitspreken van zulke vragen is een delicaat proces dat soms leidt tot misverstanden en verwarring, zoals u kon lezen in de media. Zo duurde de publicatie van de podcast langer dan voorzien. De eerste aflevering staat sinds gisteren online.  

De podcast was nog niet gereed, omdat de makers zorgvuldig wilden omgaan met de mensen over wie wordt gesproken en met de privacy van de collega’s. Zij stelden zich kwetsbaar op door in alle openheid hun verhaal te doen.

Door een aantal kleine aanpassingen zijn hun verhalen nu niet meer herleidbaar, zonder dat ze aan relevantie hebben ingeboet. De privacy van mensen weegt zwaarder dan de snelheid van publiceren, zoals dat hoort bij een veilige werkcultuur. Daar hebben we als werkgever een voorbeeldrol te vervullen.

De natuurlijke metgezel van ethische reflectie is tegenspraak. Toen ik zelf begin deze eeuw op de afdeling bestuur en wetgeving van BZK werkte, nam mijn afdelingshoofd me na een paar maanden mee naar de minister. Dat was toen Klaas de Vries. Als je er iets van vindt, dan moet je het gewoon tegen de minister zeggen, vond mijn afdelingshoofd.

En ook nu ik zelf minister ben, stimuleer en verwelkom ik tegenspraak. Kritische tegenspraak brengt ons verder, vandaag in dit gezelschap en in het werk van alledag.

Niet iedereen vindt het even makkelijk om een kritisch geluid te laten horen. Je gaat soms in tegen de groep en dat voelt misschien niet loyaal. Maar tegenspraak is juist loyaal. Loyaal naar de rol die we als ambtenaren hebben: het dienen van de samenleving.

Dit dienen van de samenleving komt ook tot uitdrukking in de nieuwe tekst van de ambtseed en belofte. Hierin laten we nog duidelijker zien dat we niet voor onszelf werken, maar in het algemeen belang. En dat we op basis van gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid en respect met elkaar omgaan.

Soms krijg ik de vraag waarom een ambtseed zo belangrijk is. Ik zal dat uitleggen. Als ambtenaar nemen we een bijzondere positie in, omdat mensen erop moeten kunnen vertrouwen dat de overheid eerlijk en betrouwbaar is. Dus moeten we ons aan strikte regels houden en zweren of beloven dat we die nakomen.

Bovendien is de ambtseed wederkerig. Ook de leidinggevende die hem afneemt, onderschrijft steeds opnieuw de publieke waarden.

In de eed en gelofte zweren of beloven we ook trouw aan de Grondwet, waarvan we dit jaar de belangrijke herziening vieren, die 175 jaar geleden plaatsvond.

Dit is een mooie aanleiding om met elkaar te spreken over wat de waarden uit de Grondwet betekenen voor ons dagelijks handelen. Uit onderzoek blijkt dat de meeste Nederlanders onze constitutie belangrijk vinden, maar de inhoud niet zo goed kennen.

Maar hoe krijgt de Grondwet betekenis in ons dagelijks leven? Voor de overheid moeten grondrechten en rechtsbeginselen het uitgangspunt zijn. Dit is een van de redenen dat ik de Algemene Wet Bestuursrecht, de Awb, wil herzien om haar mensgerichter te maken.

In de Awb hebben we de algemene beginselen van behoorlijk bestuur vastgelegd. De herziene Awb gaat uit van een realistischer mensbeeld. Mensen handelen niet altijd rationeel en kennen niet altijd alle regels. Soms hebben ze extra tijd of informatie nodig.

De wijzigingen in de Awb moeten ervoor zorgen dat besluiten begrijpelijker worden, dat termijnen minder knellend zijn en dat de overheid niet direct straft als iemand een fout maakt. Als mensen worden getroffen door een onevenredig hard besluit komt er ruimte voor maatwerk. 

De herziene Awb moet ook tijd en ruimte scheppen om naar informele oplossingen te zoeken. En ertoe leiden dat mensen persoonlijk contact hebben met iemand die hun probleem oplost.

Geen anonieme, maar een redelijke en menselijke overheid, indachtig de waarschuwing van Kafka.

Deze redelijke en menselijke overheid vraagt ook om een herwaardering van de uitvoering. Wetgeving en beleid kunnen nog zo goed bedoeld zijn, ze zijn weinig waard als ze slecht uitvoerbaar zijn.

Velen van u werken in een uitvoeringsorganisatie en zullen dit herkennen. Zelf leerde ik waardevolle lessen over de werkvloer als commandant in Afghanistan. Daar gaf ik de bevelen en zette er de lijnen uit.

Maar de manschappen en de korporaal wisten veel meer dan ik over de granaten die we in de houwitser stopten. Zij waren de deskundigen, net als al die collega’s die bij een uitvoeringsorganisatie werken. Of dat nou de Douane is, de Dienst Uitvoering Onderwijs of het Centraal Justitieel Incassobureau.

Daarom willen we dat wetgeving, beleid en uitvoering veel meer één geheel vormen en de uitvoering niet het sluitstuk is.

Om dit te bereiken, hebben we de Staat van de Uitvoering ontwikkeld. In de Staat rapporteren de uitvoeringsorganisaties zelf over de knelpunten die zij ervaren, zodat we die aan kunnen pakken. Denk bijvoorbeeld aan te complexe wet- en regelgeving, nodeloos ingewikkelde processen, en zogenaamd ‘gestapeld beleid’, dat vol zit met overgangsregelingen en uitzonderingsbepalingen.

Ook het rijksbrede programma Werk aan Uitvoering biedt de overheid meer ruimte om tot een goede uitvoering te komen. Met dit programma willen we onder meer de samenwerking verbeteren tussen mensen die beleid maken en mensen die het uitvoeren. Daarnaast willen we meer ruimte bieden aan maatwerk en wetgeving begrijpelijker en beter uitvoerbaar maken.

Tot slot.

Moraal en ethiek, zo zagen we, gaan uiteindelijk om ons handelen. Om ons eigen morele ongemak en wat we daarmee doen. Daarom werken we aan een door waarden gedreven overheid. Een overheid die het goede doet. Die naast mensen staat in plaats van tegenover hen.

Met ethische reflectie, tegenspraak, een andere manier van werken, een herziene Awb en herwaardering van de uitvoering brengen we dit dichterbij.

Maar het is ook een kronkelig pad, waar we soms verdwalen. Ons doel is duidelijk, maar de exacte route een kwestie van falen, leren van onze fouten en opnieuw proberen. Het kost tijd, terwijl de samenleving ongeduldig is, zoals de heer Paas en de heer Van Zutphen terecht opmerken.

Uw betrokkenheid, en die van talloze andere collega’s, laat zien hoe we hier samen hard aan werken. Want alleen samen kunnen we hierin slagen. Ik nodig iedereen uit om ook mee te doen.

 

Dank u wel.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen