Dit staat in het wetsvoorstel dat minister Hugo De Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Tweede Kamer stuurt. Zo kan in de toekomst het ronselen van volmachtstemmen beter worden aangepakt en strenger worden bestraft.
Een kiezer moet zonder dwang zelf kunnen bepalen hoe hij zijn stemrecht gebruikt. Als je zelf niet naar het stembureau wil of kan tijdens verkiezingen, dan kun je iemand anders vragen om voor je te gaan stemmen: iemand een volmacht geven. Daarbij is het uitgangspunt dat het initiatief tot het afgeven van een volmacht altijd van de kiezer zelf moet uitgaan. Het ronselen van volmachtstemmen is in strijd met dit uitgangspunt, omdat bij ronselen het initiatief juist ligt bij degene die een volmacht van een ander probeert te krijgen. Daar moet dan ook effectiever tegen kunnen worden opgetreden. Uit onderzoek van de Kiesraad blijkt dat dit in de praktijk lastig is om echt aan te pakken en te bestraffen. Dat is schadelijk voor de democratie en daarom stelt het kabinet voor de delictsomschrijving aan te passen, het ronselen van volmachtstemmen aan te merken als misdrijf en de strafmaat te verhogen.
Delictsomschrijving bij de tijd
In het wetsvoorstel wordt de omschrijving van ronselen bij de tijd gebracht. Op dit moment is de wettelijke delictsomschrijving gebaseerd op de klassieke vorm van ronselen: huis-aan-huis en in persoon volmachten verzamelen. Ook moet het ronselen ‘stelselmatig’ gebeuren om strafbaar te zijn. Met dit wetsvoorstel vallen straks andere vormen van ronselen daar ook onder, zoals het eenmalig toespreken van een groep mensen met de oproep om volmachtstemmen af te geven, of het plaatsen van een bericht met die strekking op sociale media.
Minister De Jonge: “Het oude artikel is niet meer van deze tijd en was gericht op acties waarbij stelselmatig de deuren werd langsgegaan voor volmachten. Het risico zit tegenwoordig eerder in online oproepen, die niet altijd 'stelselmatig' en 'persoonlijk' zijn, maar wel heel laagdrempelig en daarmee gevaarlijk voor onze democratie. Met de aanscherping van de wet willen we het grote grijze gebied dat er nu is in een scherper zwart/wit indelen.”
Vervolgproces
De Tweede Kamer zal het wetsvoorstel in behandeling nemen. Daarna gaat het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer. Afhankelijk van de voortgang in het parlement is de planning dat het wetsvoorstel op 1 juli 2025 in werking kan treden.