Het besluit van het kabinet volgt het advies van de AIVD, waarin gesteld wordt dat er bij alle applicaties die in beheer zijn in landen met een offensief cyberprogramma, gericht tegen Nederland en Nederlandse belangen, sprake is van een verhoogd spionagerisico.
Van Huffelen: “De Rijksoverheid moet veilig zijn werk kunnen doen, ook via zijn mobiele apparaten. Recente Kamervragen en internationale ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat we zijn gekomen tot een zorgvuldige afweging die verder gaat dan het ontraden van één applicatie. We kiezen voor een structurele oplossing die ambtenaren van de Rijksoverheid kunnen vertrouwen bij hun werk in een digitale wereld”.
‘Managed apparaten’
Op korte termijn wordt er toegewerkt naar een situatie waarbij mobiele apparaten, uitgereikt aan ambtenaren in dienst van de rijksoverheid, zo zijn ingericht dat er alleen vooraf toegestane apps, software en/of functionaliteiten kunnen worden geïnstalleerd en gebruikt.
Het worden dan in zijn geheel zogeheten 'managed apparaten’, waarvoor is bepaald welke apps daarop kunnen worden geïnstalleerd en gebruikt door de gebruiker. Spionagegevoelige apps zullen dan niet toegestaan worden.
Uitzondering op de bovenstaande maatregelen geldt wanneer een dergelijke applicatie nodig is of kan zijn voor het uitoefenen van een primaire taak van een Rijksorganisatie. Hierbij kan worden gedacht aan inspectie en toezicht, opsporingsonderzoek of inlichtingen belang. Deze uitzondering zal in samenwerking met de departementen de komende periode verder worden uitgewerkt