Op 1 juli is de herdenking en viering dat Nederland de slavernij officieel in 1863 afschafte in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen. Al was het toen nog niet echt voorbij. Mensen moesten nog tien jaar op de plantages blijven werken.
Ollongren: “We kunnen alleen met afschuw, berouw en schaamte naar het slavernijverleden kijken. Een verleden waarmee we allemaal verbonden zijn. Bewust of onbewust. Duidelijk of juist verborgen in een onbekende familiegeschiedenis. Het is geen teken van zwakte om ons hiervan rekenschap te geven. Zo toont een democratie juist haar kracht. Door ons verleden onder ogen te zien, kunnen we onze toekomst veranderen. Dat is geen luxe, maar een noodzaak.”
De speech is hier (ook in vier vertalingen) na te lezen.
Dialooggroep Slaververnijverleden
Voorafgaand aan de nationale herdenking ontving minister Ollongren van Dagmar Oudshoorn, voorzitter van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden, hun eindrapport ‘Ketenen van het verleden’. Langs de lijnen van erkenning, excuses en herstel vraagt het Adviescollege aandacht voor en actie op het gebied van het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden. Dit rapport biedt bouwstenen en aanknopingspunten voor de toekomst en vormt daarmee een opening voor de bredere erkenning en inbedding van het gedeelde verleden waarop het Adviescollege zich heeft gericht.
Op 3 juli 2020 kreeg het adviescollege de opdracht een dialoog te organiseren over het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in de hedendaagse samenleving. De minister dankt de leden van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden en haar ondersteuning, en alle deelnemers aan de verschillende dialogen voor hun inspanningen bij de totstandkoming van het rapport.