Rekenkamers doen onderzoek naar de effecten, de kosten en de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur en beleid en geven daar in openbare rapporten een oordeel over. Daarmee zijn zij van groot belang voor de controlerende rol van het algemeen bestuur en de kwaliteit van de democratische besluitvorming. Alle waterschappen bij elkaar geven elk jaar circa 3 miljard euro uit. Het is van groot belang dat daar onafhankelijke controle door een rekenkamer op kan plaatsvinden.
Met een nota van wijziging bij het wetsvoorstel versterking decentrale rekenkamers, dat momenteel in behandeling is bij de Tweede Kamer, wordt voorgesteld dat alle waterschappen voortaan een onafhankelijke rekenkamer instellen, zelfstandig of in samenwerking met andere waterschappen. Ook wordt voorgesteld dat de rekenkamers van de waterschappen dezelfde onderzoeksbevoegdheden krijgen als de rekenkamers van de gemeenten en provincies.
Op dit moment is het zo dat in 15 van de 21 waterschappen rekenkameronderzoek plaatsvindt. In 3 andere waterschappen is een commissie actief met een beperktere taak dan een rekenkamer. In 3 waterschappen vindt geen rekenkameronderzoek plaats.
Daarnaast wordt voorgesteld dat de dagelijkse besturen van gemeenten, provincies en waterschappen voortaan zelf verantwoording afleggen in de jaarrekening over de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Nu is het nog zo dat de accountant daar een oordeel over velt.
De Raad van State heeft positief geadviseerd over dit voorstel en heeft de regering geadviseerd het voorstel bij de Tweede Kamer in te dienen. Bij de implementatie van deze wijzigingen zullen gemeenten, provincies en waterschappen worden ondersteund.