Op de drie landen is voedselhulp nog altijd hard nodig.
Staatssecretaris Knops: “In de afgelopen maanden heb ik op Aruba, Curaçao en Sint Maarten een bezoek gebracht aan het Rode Kruis. Ik heb gesproken met inwoners binnen ons Koninkrijk die dagelijks de hulp van deze organisatie nodig hebben om rond te komen. Het kabinet heeft altijd aangegeven juist deze meest kwetsbare mensen op de drie landen niet aan hun lot over te laten.”
Het Nederlandse kabinet vindt het van groot belang dat de kwetsbare groepen, op Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden ondersteund. Op Curaçao is op dit moment ongeveer 15% van de bevolking afhankelijk van voedselhulp die door Nederland mogelijk wordt gemaakt en op Aruba en Sint Maarten ongeveer 20% van de bevolking. Er wordt op dit moment vanuit gegaan dat het aantal hulpbehoevenden sowieso tot de zomer gelijk blijft. Met deze 14,9 miljoen euro is humanitaire hulp voor de drie landen ten minste tot april gegarandeerd. In maart beslist het kabinet over verdere verlenging.
Gift
Deze drie landen binnen ons koninkrijk zijn humanitair en economisch zwaar getroffen door de coronacrisis. De landen zijn sterk afhankelijk van het toerisme, maar deze sector heeft het nog altijd enorm zwaar door het COVID-19 virus. Deze humanitaire hulp wordt gecoördineerd door het Rode Kruis. De komende maanden wordt met de landen toegewerkt naar een overgang van het voedselhulpprogramma, waarbij de verantwoordelijkheid verschuift van het Rode Kruis naar de lokale overheid. Deze 14,9 miljoen euro wordt verstrekt als gift.