Dit staat in de nieuwe voortgangsbrief over de Omgevingswet die minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan beide Kamers heeft gestuurd.
Hierin gaat zij in op de voortgang van de wet- en regelgeving, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de implementatie van de wet. Daarnaast biedt de minister haar bestuurlijke reacties op het advies van het Bureau ICT-toetsing (BIT) en de tweede Gateway Review aan beide Kamers aan. Beide rapporten doen aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling en implementatie van het DSO.
Wet- en regelgeving
De wet- en regelgeving is inmiddels zo goed als afgerond. Zo is onlangs het Invoeringsbesluit Omgevingswet gepubliceerd in het Staatsblad. Binnenkort wordt de Invoeringsregeling Omgevingswet bekendgemaakt in de Staatscourant. Daarmee is het invoeringsspoor klaar. Ook de Aanvullingsbesluiten liggen op koers. De komende weken worden deze in het Staatsblad gepubliceerd. Daarna kunnen ook de bijbehorende Aanvullingsregelingen worden vastgesteld. Tot slot heeft de Tweede Kamer op 9 november de ‘Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de Omgevingswet’ behandeld.
Digitaal Stelsel Omgevingswet
Externe partijen toetsen continu de techniek van de landelijke voorziening van het DSO, de DSO-LV. Ook gaan ze na hoe het staat met de implementatie van het DSO. Het Bureau ICT-toetsing (BIT) heeft een aantal kritische constateringen en behulpzame aanbevelingen gedaan. Het bureau geeft aan dat het belangrijk is om de werking van het DSO nog uitgebreider te testen. Het BIT benadrukt verder dat alle aandacht erop gericht moet zijn dat het DSO de Omgevingswet kan ondersteunen bij inwerkingtreding op 1 januari 2022 en dat andere functionaliteiten daarna ontwikkeld kunnen worden.
Volgens de tweede Gateway Review is de implementatie van het DSO uitdagend, maar wel realistisch én haalbaar. Ook dit rapport pleit ervoor dat alle partijen, met behulp van een heldere koers richting de inwerkingtredingsdatum, voortvarend door blijven werken aan het aansluiten op, vullen van en oefenen met het DSO. Het delen van goede ervaringen van bevoegde gezagen en softwareleveranciers kan hierbij helpen.
Minister Ollongren en de bestuurlijke partners benadrukken in de Kamerbrief dat beide adviezen de komende tijd richting geven aan de verdere ontwikkeling en implementatie van het DSO. Zo helpt het programma Aan de slag met de Omgevingswet overheden met het aansluiten van hun systemen op het DSO. Softwareleveranciers en dienstverleners worden hier intensief bij betrokken.
Implementatie
Vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten overheden in ieder geval aan vijf minimale eisen voldoen. Via een enquête wordt elk half jaar onderzocht hoe ver zij hiermee zijn. De resultaten hiervan staan in de Halfjaarrapportage Monitor Invoering Omgevingswet. Hieruit blijkt dat er flinke stappen zijn gezet voor de implementatie van de wet, maar dat er het komende jaar nog het nodige moet worden gedaan. Het programma Aan de slag met de Omgevingswet blijft de implementatie ondersteunen. Dat gebeurt onder andere via een aanbod aan webinars en online spreekuren. Daarnaast gaan de Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO’s) het land in om de regio’s te ondersteunen bij de implementatie.
Interbestuurlijke afspraken uitstel inwerkingtreding en financiën
Omdat de inwerkingtreding van de Omgevingswet een jaar is uitgesteld, hebben de bestuurlijke partners afgesproken dat gemeenten en waterschappen ook een jaar extra krijgen om hun omgevingsplan, omgevingsvisie of waterschapsverordening af te hebben. Dat betekent dat gemeenten uiterlijk 31 december 2029 een nieuw omgevingsplan en uiterlijk 31 december 2024 een omgevingsvisie moeten hebben. Waterschappen moeten uiterlijk 1 januari 2024 een nieuwe waterschapsverordening hebben.
De bestuurlijke partners onderschrijven nogmaals de afspraken over de financiële effecten van de Omgevingswet. Dat betekent dat overheden zelf hun invoeringskosten betalen, maar ook zelf de baten mogen houden. Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben hierover periodiek overleg. Zo is afgesproken dat de partijen in 2022 de financiële effecten zullen evalueren en samen naar oplossingen gaan zoeken als de invoeringskosten substantieel hoger blijken uit te vallen in relatie tot de verwachte structurele baten. Dit doet recht aan een bestuurlijke afspraak waarin, met het oog op de zorgen die leven over de invoeringskosten, is afgesproken om een open gesprek te voeren en naar oplossingen te zoeken als dat nodig is.
Vooruitlopend op de evaluatie wordt nu gezamenlijk een eerste beeld van de verwachte financiële effecten van de stelselherziening opgesteld. Dit financiële beeld, dat begin volgend jaar beschikbaar zal zijn, wordt het startpunt voor de monitoring van de financiële effecten. Hiermee kunnen de partijen gezamenlijk de vinger aan de pols houden. En kunnen de effecten niet alleen in 2022, maar ook in 2023 en 2027 – als onderdeel van een brede wetsevaluatie – geëvalueerd worden. Hiertoe zijn samen met de koepels diverse onderzoeken opgestart.
https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-binnenlandse-zaken-en-koninkrijksrelaties/documenten/kamerstukken/2020/11/13/kamerbrief-over-voortgang-omgevingswet-november-2020