Opinieartikel: coronawetgeving

04-05-2020
721 keer bekeken

Het afwegen van grondrechten toont aan dat we oneindig veel verder zijn dan 75 jaar geleden. Veel coronamaatregelen zijn bij noodverordening vastgesteld en vergen een nieuwe wettelijke basis, betoogt minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse ­Zaken en Koninkrijksrelaties).

Vandaag viert Nederland de vrijheid. Gisteren herdachten we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Dat doen we anders dan we hadden gewild. We herdenken vanuit huis en vieren het zonder ­bijeenkomsten en feesten. Maar de waarde van 75 jaar vrijheid is er niet minder om, integendeel.

De wereldwijde crisis die het coronavirus heeft veroorzaakt, is onvergelijkbaar met de oorlog van toen. Toch is het goed juist nu stil te staan bij dat wat het einde van de oorlog ons heeft gebracht: vrijheid. Juist nu, omdat we ter bescherming van ons allen, tijdelijk en grotendeels vrijwillig, individuele vrijheid inleveren.

Na de Tweede Wereldoorlog werd ons met de vrijheid ook de democratie teruggegeven. Er is weinig fundamenteler dan het recht als burgers zelf het kompas te bieden waarop de overheid navigeert en het recht om invloed uit te oefenen op wie daarbij aan het roer staan. Maar het bijzondere aan ons staatsbestel ten opzichte van een dictatuur is niet alleen dat machthebbers altijd kunnen worden vervangen via verkiezingen.

Minstens zo belangrijk zijn de fundamentele rechten, ook wel mensenrechten of grondrechten. Bijzondere, onvervreemdbare rechten die niet met een meerderheid van de helft plus één kunnen worden afgeschaft. Hoe de uitslag van de verkiezingen ook is, ook daarna mogen mensen hun godsdienst of levensovertuiging belijden (artikel 6 van de Grondwet) of mogen ze hun mening uiten zonder vooraf toestemming te vragen aan de staat (artikel 7). Ook voor dit soort rechten brak met het einde van de oorlog een nieuw tijdperk aan. De verschrikkingen van de oorlog en de breed gevoelde noodzaak een herhaling te voorkomen, leidden tot de oprichting van internationale organisaties en de verankering van mensenrechten in wetten en verdragen.

De bestrijding van het coronavirus plaatst veel grondrechten in de spotlights. Dat geldt in het bijzonder voor het grondrecht dat de overheid verplicht volksgezondheid te bevorderen en te beschermen. Dat grondrecht staat echter niet op zichzelf. Meteen vanaf de uitbraak en met elk nieuw pakket aan maatregelen is ook een balans gezocht met andere grondrechten.

Fundamenteel is bijvoorbeeld het recht op eigendom. Voor ondernemers valt daaronder ook het recht hun eigendommen en talenten in te zetten om daarmee een boterham te verdienen. Die ondernemer mag gevraagd worden rekening te houden met de gezondheidssituatie. We zien tegelijkertijd wat dit met ondernemers doet. Daarom mogen diezelfde ondernemers ook van de overheid vragen dit zo tijdelijk mogelijk te laten zijn, proportioneel en het liefst op basis van een democratisch gelegitimeerde wet. Ook jongeren hebben fundamentele rechten en moeten hun leven tot bloei kunnen brengen. Ook daarom is het belangrijk dat het onderwijs zoveel mogelijk doorgaat. Zo goed en zo kwaad als het gaat; zelfs als scholen en universiteiten tijdelijk dicht moeten om de volksgezondheid te beschermen.

Corona plaatst ons ook voor andere dilemma’s. We willen ouderen en andere kwetsbaren beschermen en hebben daarom pijnlijke restricties opgelegd aan het bezoeken van verzorgingstehuizen. Dat schuurt met het recht op het hebben van een familieleven. Daarom is het ook goed dat in de Tweede Kamer steeds het debat wordt gevoerd over de vragen hoe lang dit moet duren, of het misschien iets versoepeld kan worden en of het nog steeds proportioneel is. In een ­democratie en een rechtsstaat is het altijd zoeken naar een balans. Juist daarom wordt vanaf volgende week geëxperimenteerd met een verruiming van de bezoekersregeling.

Het enkele feit dat we, ook bij zoiets ingrijpends als het coronavirus, blijven zoeken naar de beste afwegingen tussen verschillende grondrechten toont aan dat we oneindig veel verder zijn dan tijdens de periode, die wij 75 jaar geleden achter ons lieten. Ja, er worden nu vrijheidsrechten beperkt. Maar in de manier van beperken, kun je ze tegelijkertijd ook respecteren. Dat doen we door deze maatregelen tijdelijk en proportioneel te treffen.

Het treffen van die maatregelen moest snel. Daarom zijn veel maatregelen bij noodverordening vastgesteld. Nu de verspreiding van het virus door de maatregelen is vertraagd, is de tijd aangebroken zoveel mogelijk terug te keren naar de gebruikelijke orde van de democratische rechtsstaat. Die orde biedt meer waarborgen voor noodzakelijke inperkingen én de bescherming van grondrechten. Die orde garandeert dat het parlement zich over de maatregelen kan uitspreken, waardoor deze bovendien ook een steviger democratische legitimatie krijgen.

Vandaar dat de ministeries van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken werken aan een nieuwe wettelijk basis voor noodzakelijke maatregelen in de bestrijding van de coronacrisis. Deze tijdelijke wetgeving zal bestaan naast de Wet publieke gezondheid en andere wetten die nu worden ingezet ter bestrijding van corona. Met deze wet­geving wordt tijdelijk een juridische basis geboden voor een samenleving waarin hygiënenormen en het betrachten van sociale afstand van groot belang zijn.

Belangrijk uitgangspunt voor deze wetgeving is ook dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de normale bestuurlijke verhoudingen. Vandaag staat de vrijheid centraal. Een vrijheid die onze democratische rechtsstaat herstelde en versterkte. Een vrijheid die zwaarbevochten is tijdens de Tweede Wereldoorlog en die onnoemelijk veel slachtoffers heeft geëist. Die slachtoffers verdienen het dat wij vandaag onze vrijheid koesteren.

https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-het-afwegen-van-grondrechten-toont-aan-dat-we-oneindig-veel-verder-zijn-dan-75-jaar-geleden~b9b8e389/

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen